Ontvang onze nieuwsbrief:

mOOOi, mijns inziens #7 MOOOI door Jan Brouwer

Detail dak Luchthaven Kansai (Japan)
Bovenaanzicht Luchthaven Kansai (Japan) Bird in space - Constantin Brancusi (bron: Guggenheim.org)

01 maart 1995: De rubriek mOOOi, mijns inziens inspireert de lezer met een commentaar, een belijdenis haast, waarin mooi de hoofdrol speelt uiteraard binnen het kader van het aandachtsveld van Booosting. Een onbezonnen moment en je zegt ja en wordt vervolgens in stilte gepijnigd met de vraag wat echt mooi is. Deze mOOOi is van architect Jan Brouwer.


mOOOi, mijns inziens #7

MOOOI door Jan Brouwer

Is het toeval dat ‘mOOOi’ wederom over Renzo Piano gaat? Het antwoord is NEE, want het gedachtegoed van Piano zit dicht tegen de ideologie van Booosting aan. Het zoeken naar verbanden tussen materiaal, methode en vorm is bij hem niet alleen maar gebaseerd op historische invloeden van de architectuurontwikkelingen, maar hij hanteert een veel ruimere blik in de culturele betekenis van het maken. In deze ‘mOOOi’ aandacht voor de Renzo Piano Building Workshop: Luchthaven Kansai, Japan.

Het maken van architectuur is bij Piano dan ook niet gebaseerd op de traditionele bouwtechnieken, maar er wordt door zijn ‘Building Workshop’ (een typerend begrip overigens) ook gekeken naar techniek uit andere industrieën. Het valt mij moeilijk om over Kansai Airport anders te spreken dan in superlatieven. U herinnert zich de vorige ‘mOOOi’ van Jos Lobeé waar het Exhibit is besproken. Dat gebouw had een geweldige lichtheid die eigenlijk niet te overtreffen is. Toch is het hem gelukt op het kunstmatige eiland voor de stad Osaka de lichtheid in een overweldigende vorm opnieuw te ontdekken. De som der delen is bij dit gebouw synergetisch. Eigenlijk is er één moduul ontwikkeld dat vervolgens een schakeling oplevert. Bij het schakelen van eenvoudige modulen is de oplossing vaak banaal. Zo niet hier. Het is een gigantisch gebouw van 1700 meter lengte dat bestaat uit 244 modulen. De kleine verschuivingen in de maatvoering van deze eenheden leveren een zeer gevoelige bouwmasssa op. Hij en zijn collegae hebben zich laten imponeren door het tekenende beeld van Brancusi: ‘Birds in Space’. De gelijkvormige schubben op het imposante dak vormen de huid die de vormveranderingen in de ruimtelijke ontwikkeling moeiteloos volgt.

Teamwork
Ook bij de ontwikkeling van dit gebouw is teamwork weer een cruciaal begrip. Zoals bij alle werken van Piano is samenwerking tussen architect, constructeur en adviseur van grote betekenis. Integratie van project, producenten en proces spelen een grote rol. Zo heeft de inmiddels overleden Peter Rice een belangrijke stempel gedrukt op de draagstructuur, terwijl overige adviseurs van Ove Arup eveneens een rol van betekenis hebben gespeeld.
Hoewel ik in de aanvang van dit stuk heb beweerd dat Piano vooral ook naar andere takken van industrie kijkt, blijkt uit de toelichting dat er wel degelijk sprake is van inspiratie uit de architectuur. Vooral belangrijke gebouwen uit de 19e eeuw worden als bron genoemd zoals Labrouste’s Nationale Bibliotheek in Parijs, Crystal Palace van Paxton en de Eiffeltoren. Maar alle ontwerpers van bovengenoemde monumenten hebben in hun tijd ook elders gekeken. Labrouste’s bibliotheek waar de slanke gietijzeren kolommen de koepels dragen waarin het natuurlijk licht zorgt voor een wonderschone beleving van de ruimte. Ook het Crystal Palace is door zijn repetitie in de structuur en de schaal en het ritme van het glazen dak uiteraard een belangrijke inspiratiebron. De precieuze manier van maken van de Eiffeltoren inclusief de prachtige gevels waar de krommingen van de structuur een lichtheid suggereren en doordat er niet of nauwelijks horizontale of verticale lijnen zichtbaar zijn, maakt dat ook dit bouwwerk een zekere inspiratiebron is. Het deel is het geheel van de oplossing. Het bepalen van het definitieve ruimtelijke model was pas mogelijk na de ontwikkeling van de dragende elementen, waarbij ook het maakproces van essentiële betekenis was, en het ontwerp van de huid. Vooral bij deze manier van bouwen is het detail van wezenlijke betekenis. Mede door het repetitie-effect is het mogelijk om perfecte bouwknopen te ontwerpen. Er is sprake van grote continuïteit van de macroschaal van ruimte en vorm naar de microschaal van de verbinding.

Ook moet ik speciaal wijzen op het ontwerp van de luchtbehandelingsinstallatie. Tussen twee constructieve elementen in is een soort open luchtkanaal ontworpen. Dit open kanaal bestaat uit een Teflon membraan. Het principe is als volgt. Lucht wordt vanuit grote ventilatiekolommen, die vanuit de vloer komen, geblazen tegen het membraan. De lucht kleeft min of meer aan het Teflon en wordt op deze manier ver in de lobby van het gebouw gebracht. Dit ‘open-air-product’ (zo genoemd door de ontwerpers) heeft ook nog een ander voordeel. Het materiaal fungeert als plafond en reflecteert en verdeelt het licht in de ruimte. Het buitenste deel van de dakhuid bestaat uit roestvrijstalen panelen. Deze panelen zijn van een speciale samenstelling in verband met de agressieve omgeving. Deze legering is specifiek voor dit project ontwikkeld. Onder dit roestvrijstalen laken bevindt zich een dubbel gecoat stalen dak waarin zich eveneens de isolatie bevindt. Bouwfysisch werkt het dak zodanig dat de eerste warmte door de roestvrijstalen panelen wordt opgenomen. De spouw hieronder zorgt voor afvoer van de opgewarmde lucht. De panelen van 600x1800mm zijn mechanisch bevestigd op de bovenzijde van het dubbele stalen onderdak.


Ze hebben een speciale oppervlaktestructuur om het licht sterk te kunnen spreiden zodat de reflectie geen probleem is voor de verkeerstoren en de cockpit van de aanvliegende toestellen. Wel is er een merkwaardige oplossing voor de gietijzeren knooppunten van de ruimtelijke spanten. Prachtig gevormde knopen geven de indruk dat ze inderdaad uit gietijzer bestaan. Echter omdat een uur brandwerendheid werd geëist is een deel van de ondersteuningen bekleed met glasvezelversterkte cementelementen. Deze oplossing is de enige in het gebouw waarbij ik vraagtekens heb. Het gebouw is weinige architectuurmedia ontgaan, zoals u ongetwijfeld hebt geconstateerd. De hele architectonische elitepers heeft er al een aantal pagina’s aan gewijd. De beste informatie krijgt u, als bovenstaande beschrijving u nieuwsgierig maakt, in nummer 15 van ‘The Japan Architect’. Ik hoop tenslotte dat de grote meester het voorlopig nog niet Piano aan zal doen. Goed gedaan, jochie!

Jan Brouwer
Jan Brouwer Associates

Deze mOOOi mijns inziens is verschenen in
de Booosting Nieuwsbrief #27 van maart 1995

Naam:
Email:
Titel:
Commentaar:
Capcha:
Booosting platform voor koplopers in bouwinnovatie | T 06-2211 4701 | E info@booosting.nl | W www.booosting.nl