Ontvang onze nieuwsbrief:

mOOOi mijns inziens #11: Renzo Piano

Dakdetail Menil Museum Houston (ontwerp: Renzo Piano)

01 januari 1996: De rubriek mOOOi, mijns inziens heeft als motto: inspireer de lezer met een commentaar, een belijdenis haast, waarin mooi de hoofdrol speelt uiteraard binnen het kader van het aandachtsveld van Booosting. Een onbezonnen moment en je zegt ja en wordt vervolgens in stilte gepijnigd met de vraag wat echt mooi is. Deze mOOOi is van docent Bouwtechniek Jan Westra.


mOOOi mijns inziens #11
mOOOi: Renzo Penzo

Renzo Piano (1937) is de zoon van een aannemer, opgegroeid tussen bouwmateriaal. Voor hem is ontwerpen een synoniem voor maken, voor bouwen. Het laboratorium of de werkruimte vormt een belangrijke schakel in het ontwerpproces. Daar krijgt het concept vorm en betekenis.

In 1971 vestigt hij zijn reputatie met het Centre Pompidou in Parijs. Het prijsvraagontwerp had hij in samenwerking met Richard Rogers ingediend. Nadat hij voor IBM een reizend tentoonstellingspaviljoen had ontworpen, een nieuw concept voor FIAT had gecreëerd en een fabriekscomplex (Schlumberger, Parijs) had gerenoveerd, wordt de aandacht getrokken met het ontwerp voor het Menil Museum in Houston. Hierin verwerkt hij ijzeren gietstukken die constructief een eenheid vormen met de betonnen schalen die fungeren ten behoeve van de lichtinval en de zonwering: alles in één. Piano zweert niet bij een of ander materiaal of bij een bepaalde bouwwijze. Voor hem is iedere opgave een nieuwe opgave die omzichtig moet worden benaderd. Stukje voor stukje bouwt hij aan het plan. Hij noemt zijn denken niet industrieel maar eerder appropiate, dat wil zeggen de juiste techniek op de juiste plaats op het juiste tijdstip.

Commentaar avant la lettre
Marcel Steeg heeft in Tussen Traditie en Experiment (het blauwe Booosting-boek) een aantal zware bladzijden aan hem gewijd. Een commentaar avant la lettre: ’Integratie - in de zin van een beheerste structurele verwevenheid van eigenschappen en functies van de delen - is steeds opnieuw een duidelijk streven van Piano. In zijn meest verfijnde en intelligente creaties leidt dit tot zeer bijzondere constructies. De montage van delen die elk in een specifieke functie voorzien zoals dat in bouwkundige constructies het geval is, lijkt bij Piano verleden tijd. Elk deel heeft met het geheel te maken; een symbiotische samenvoeging van elementen die op dusdanige wijze een geheel vormen dat ze vergroeid lijken. Het geheel wordt meer dan de som der delen. Een doel dat alleen bereikt kan worden wanneer men de structurele eigenschappen van het materiaal en het gedrag van de constructies volledig beheerst. Een diepgaande kennis van het materiaal en het werken met uiterst verfijnde analyse- en calculatiemethoden zijn volgens Piano een primaire noodzaak voor het kunnen uitoefenen van het beroep’.

Dankzij een deep throat contact konden een aantal Booostingleden op 22 november jl. de uitreiking van de Erasmusprijs aan Renzo Piano meemaken. Een bijzondere gebeurtenis omdat dan blijkt dat de aandacht en de waardering voor architectuur aan geen twijfel onderhevig is. Temidden van de koninklijke familie werd Piano geprezen om zijn niet aflatende ijver de opgave te vertalen in een compromisloos tafereel dat na afloop steeds opnieuw en steeds op een andere wijze een ieder boeit. Wars van conversie en stijlbeginselen verkondigt hij de speurtocht naar de ultieme grenzen van de opgave. De reikwijdte van de opgave als middel in de strijd naar een bevredigend antwoord. Niet gedicteerd door een vooringenomen standpunt met betrekking tot vorm, materiaal of techniek. Dat maakt elke opgave tot een unieke spel waarin de geëigende techniek uiteindelijk een grote rol speelt. Het is vaak lastig de subtiliteit van de oplossing in beeld te brengen. Zelfs in de voorstelling in het koninklijk paleis werd de begeleidende diavoorstelling ontsierd door een commentaar waaruit bleek dat de intrinsieke waarde van het ontwerp niet altijd werd begrepen. De relatie tussen het concept, de uitwerking en de materialisering blijkt bij Piano ondanks de klaarheid van het opgeleverde resultaat vaak in de receptuur verborgen.


Daarmee wil ik overigens niet suggereren dat de techniek zelf op grote hoogte wordt gebracht. De technologische ontwikkeling volgt een pad dat zich maar zijdelings laat beïnvloeden door de ontwikkeling van de bouwtechniek. In die zin is elk voorbeeld verraderlijk omdat de schijn kan worden gewekt dat bouwwerken met een helder concept tevens zouden moeten worden gewaardeerd om het gehalte aan techniek. Bij Piano lijkt dat wel zo, maar de bewijsvoering gaat schuil achter het tijdsbeeld. En dat beeld is wispelturig. Vroeger werd de grandeur afgemeten aan de kroonluchters, tegenwoordig misschien wel aan het onderhoudsbudget. Het aardige van het tegenwoordige commentaar is dat de graadmeters niet bekend zijn. Bij Piano is dat extra lastig. Hij borduurt nooit op het voorgaande. Steeds weer werpt hij zich in de strijd van het onafwendbare: de noodzaak om te bouwen.


Constructies van de natuur
Piano benadrukt het ‘organische’ karakter van zijn werk waarmee hij doelt op de symbiotische constructies - waarin ieder element in hechte relatie met het ander functioneert - de vormgevende potentie van krachtenverloop en materiaaleigenschappen en op de articulatie van de verbindingen. De ‘constructies’ van de natuur zelf vormen zijn grootste inspiratiebron. Hij haalt hierbij de dakconstructie van het Menil Museum in Houston aan en verwijst naar de vormgeving van de lamellen, geheel bepaald door de lichtinval en de vakwerkstaven die exact gemodelleerd zijn naar het krachtenverloop. Juist in de kleine opgaven en de grote opgaven met een hoge herhalingsfactor wordt het technisch concept onderzocht op de invulling van de aspiraties. Het IBM paviljoen dat als een reizend onderkomen door Europa trok om de bezoekers vertrouwd te maken met IBM apparatuur blijft verbazen, ook ondanks de toenemende behoefte aan kit om een nieuwe locatie waterdicht op te leveren. Verbazing om wat is verkondigd, verbazing om wat is gerealiseerd. En wat echt mooi is: de man is echt en straalt uit wat men verwacht: begaan, ontdaan en Italiaan. Prachtig! mOOOi!

Jan Westra

TU Eindhoven 

 

Deze mOOOi mijns inziens is verschenen in de
Booosting Nieuwsbrief #31 van januari 1996.


Naam:
Email:
Titel:
Commentaar:
Capcha:
Booosting platform voor koplopers in bouwinnovatie | T 06-2211 4701 | E info@booosting.nl | W www.booosting.nl