Ontvang onze nieuwsbrief:

Verslag Presentatie ontwerpers Rotterdam

Slibcomposteringsinstallatie Amersfoort (bron/ontwerp: Architectenbureau Böhtlingk)
Geluidsscherm Kleinpolderplein Rotterdam - ontwerp: Post Ter Avest architecten Herontwikkeling Feyenoordstadium

14 april 1994: Op grote hoogte in een meander van de Maas vond de Booosting presentatie plaats in een penthouse van de Hoge Filters, Nesserdijk te Rotterdam. Zes bureaus uit de omgeving waren uitgenodigd om hun bureau te presenteren en hun visie te geven op de materialisatie van een concept.


Hoge filters

Voorzitter leidde de middag in en introduceerde 5 typen architecten.
De Drooomer ontwikkelt nieuwe ideeën op vormgevingsgebied en draagt meer concepten dan materialisaties aan. De Snelle Boy is de zakenman die zijn eigen PR doet. (Voorzitter besteedt opvallend weinig tijd aan dit type). Het Studeertype toetst de vernieuwende bijdragen trouw aan het MBV-dictat op normen, regelingen en subsidies. Type nummer 4 is de Bouwputter. Zo’n ontwerper is gericht op de realisatie, de uitvoering, het management. U kent ze wel. In hun auto’s ligt altijd versteende modder. Type 5 tenslotte is het Booosting type (1:2), de produktontwikkelaar die in z’n schuur schaalmodellen in elkaar zit te prutsen.

Rondkijkend in het penthouse zie ik combi's van Dromers en Snelle Boys. Opvallend veel Snelle Boys dit keer. Zou dat aan Rotterdam liggen? Ik controleer op bemodderde schoenen, Geen. De Bouwputters zijn of niet aanwezig of in cognito. Verbazingwekkend is de vaagheid die architecten omgeeft zodra het om concrete produktontwikkelingsvragen gaat. Ze zin niet zeker van de kwaliteit van het geleverde product. Er zit een lacune tussen kunst en kunde; tussen ontwerp en realisatie. Ze controleren hun bouwsels regelmatig of het niet lekt (?), of om te kijken of hert er überhaupt nog staat. Staat het er nog dan geven ze een duwtje tegen de gevel, vervolgens beuken ze er flink tegenaan om opgelucht te constateren dat het spul er nog wel een jaartje of tien tegen kan. Tien jaar! Je zal eigenaar wezen.

Aan de hand van twee voorbeelden laat Daan Ter Avest van Post Ter Avest architecten in zijn lezing getiteld ‘van concept tot materialisatie’, zien hoe in zijn bureau produktontwikkeling een rol speelt. Zo bedachten ze voor een sportcomplex op het terrein van een voormalige houtzagerij in de Haagse Schilderswijk een pergola-achtige constructie, waarvan de knooppunten nog ontwikkeld moesten worden. Het werd een gietstuk in de vorm van een wervel. Vergelijkbaar met de geluidschermen van het Klein Polderplein. Hier moesten de gestandaardiseerde koppelstukken van de vrijstaande schermen in verband met de belastingen – het viaduct beweegt soms enkelen tientallen centimeters – behoorlijk worden verzwaard. Op de vraag hoe groot die koppelstukken waren maakte Daan het trotse gebaar van de sportvisser ter aanduiding van zijn buit: ‘Zo iets’.

Uit de talloze voorbeelden van Architectenbureau Böhtlingk doe ik een greep. Voor het arbeidsbureau in Oud Beijerland ontwikkelde het bureau een eenvoudig gevelbeplatingssysteem, dat gemakkelijk aan elkaar geklikt kan worden. De verschillende functies achter de beplating worden in primaire kleuren letterlijk vertaald: fel gele panelen duiden op de er achter liggende kabelgoten. De letterlijke vertaling van functies van de ruimtes in kleur en materiaal, is consequent doorgezet in het ontwerp van het composteringsbedrijf in Amersfoort. Het composteringsgedeelte is zwart, de spiltrappen naar de kantoren zijn rood. Boven op het dak symboliseert de gele driehoekvorm de transport van het ongesorteerde afval naar de verdeler. Deze driehoekvorm is dominant in de omgeving aanwezig: zelfs de meest lullige kantoren krijgen er iets aardigs en speels.

Marcel Vroom van Landmark heeft als industrieel ontwerper een pragmatische visie op de materialisatie van een concept en laat aan de hand van een aantal voorbeelden zien dat dit ook kan, 'Het zit hem in het hebben van visie' aldus Vroom. Hij laat een serie verschillende telefooncellen zien die gebaseerd zijn op het idee dat zo'n cel in feite niet meer moet zijn dan een
telefooncel op een paal met een regenjas aan. Het is een mooie, functionele jas geworden. Vervolgens holde hij via beeldtelefoons en studies naar een pieperig klein laboratoriumpje, een pathologisch onderzoekinstrument met een stabiele temperatuurregulatie. Het lijkt op een klein gebouw. Aangenaam is de keuken van de toekomst die voor alle apparaten één bedieningssysteem heeft: één afstandsbediening voor alles. Hij beëindigt zijn relaas met een ontwerp voor een predictor zonder afstandsbediening. Het voor het grootste deel uit mannen bestaande publiek vindt dit erg lollig.

At Tuns van Tuns + Horsting Architecten laat zien hoe zijn bureau al zo'n twintig jaar bezig is met het ontwikkelen van beplating van gebouwen. Het eerste voorbeeld betreft een prefab herhalingsziekenhuis in Zutphen van 1974. De huid van het ziekenhuis bestaat uit 7 cm dikke panelen van aluminium, geïnspireerd op die van Prouvé. Het grootste probleem bij produktontwikkeling in de architectuur, aldus Tuns, is het gebrek aan inzicht van de ambtenarij, die bij vernieuwing nog steeds denkt aan fris en vrolijk in los verband gemetselde gevels. In Assen is in navolging van Zutphen een ziekenhuis neergezet voorzien van ijzeren panelen met dezelfde dikte. Karakteristiek is de vleugel, waar de directie van het ziekenhuis ondergebracht moest worden. Omdat er drie directeuren waren moesten er ook drie exact dezelfde kantoren gemaakt worden, met exact hetzelfde uitzicht; dat ligt heel gevoelig bij directeuren. Daarom werden er drie identieke taartpunten aan de gevel van de vleugel gehangen, nu staan twee daarvan leeg. En zullen dat naar alle waarschijnlijkheid ook blijven: het spook van de reorganisatie heeft de top van het ziekenhuis drastisch uitgedund; lang leve het flexibele bouwen.

De vijfde lezing, de laatste tevens voor de pauze, werd verzorgd door de heer Couwenbergh van Architektenburo Visser en Beerman. Her betrof een probleem bij de bloemenveiling te Aalsmeer, waar verticale platen horizontaal werden toegepast. Dat moet je dus nooit, nooit doen. De afwatering was een probleem. Door de winddruk ontstonden ruimten in de voegen; de capillaire werking van het binnenmateriaal zorgde voor de rest. Het was dweilen met de kraan open. Ze werkten met propjes als oordopjes. Kitten zou om milieutechnische redenen verminderd moeten worden, zo zei Couwenbergh. Om die reden werd een gietprop profieltje toegepast om de twee centimeter brede naden te verkleinen. Ze gaan af en toe nog kijken of het lekt.

Tegenlezer Rein Jansma van architectenbureau Zwarts en Jansma begint met een weigering tegen te lezen. De drie o's van Booosting doen hem denken aan de o's van het brandpreventje: onwetendheid, onachtzaamheid en ... de derde o is hem even ontschoten. Jansma wenst zich meer met de grote probleemvelden van het vak bezig te houden. Booosting zou dat ook moeten doen (bent u reeds aangesloten?) in plaats van zich vast te bijten in details. Architecten hebben de laatste decennia veel aan macht en positie verloren. ‘Hoe kunnen we dat proces ten goede keren?' vroeg hij zich af. Een van de belangrijkste oplossingen is minder afhankelijk te worden van de eindeloze hoeveelheid adviZeurs die altijd roepen ‘het kan niet’ met een houding van ‘ik wil niet’. De adviZeurs zouden niet een wandelende catalogus moeten zijn, zo stelt Jansma, maar werkelijk moeten nadenken in het bouwproces en begrip moeten hebben voor architectonische aspiraties.

Jansma heeft geen modder aan zijn schoenen. Het vermoeden een combi in cognito dringt zich op. De renovatie van het Feijenoordstadion geschiedt in samenwerking met Van den Broek & Bakema. Er is uitbreiding van kantoren en horecagelegenheden. Er komen nieuwe businessunits in het nieuwe Maasgebouw. Het veld en de tribunes worden veranderd. Geen dranghekken maar een gracht zal het veld van de massa scheiden. Na de ontmanteling van de oude kap kwam een schitterende lichte constructie tevoorschijn. Bij de nieuwe overkapping zijn om financiële redenen de onderplaten weggelaten met als voordeel dat die constructie te zien blijft. Gelukkig zal je, gezeten op de achterste rijen, nog steeds een natte rug krijgen als het regent. De reden is dat de verticale opening onder de kap niet gesloten mag worden, omdat anders de kruitdamp blijft hangen en dan zie je zo weinig van de wedstrijd. De kap is een soort fietswielconstructie geworden. Er zijn drie trekdraden, begint Jansma, maar zijn gehoor heeft inmiddels een drankje in de pauze genuttigd en een van de lolbroeken stelt de vraag: ‘ welke moet ik doorknippen om de zaak te laten instorten?” Antwoord: ‘als er een kapot gaat zakt het zaakje zo’n 8 meter naar beneden en dan hangt ie nog drie meter boven hun hoofden. Dan blijf je echt niet zitten. De voorzitter, verstandig, besluit de avond af te ronden: ‘Dit was vanuit de regio Rotterdam de regio Abcoude.”

Miente Janzen

 

aankondiging van deze activiteit

Naam:
Email:
Titel:
Commentaar:
Capcha:
Booosting platform voor koplopers in bouwinnovatie | T 06-2211 4701 | E info@booosting.nl | W www.booosting.nl