Ontvang onze nieuwsbrief:

Verslag Workshop Nieuwe materialen in de bouw

De hemelsblauwe Lotus Elan van Jouke Post
Het gigantisch stijve chassis van de Lotus, uit 1 gevouwen staalplaat Laboratorium Faculteit Lucht - en Ruimtevaart TUD

18 mei 1994: Verslag van de Workshop 'Nieuwe materialen in de bouw' georganiseerd door de Faculteit der Bouwkunde van de TU Delft i.s.m. de Faculteit Luchtvaart- en Ruimtevaarttechniek TU Delft.


Grasduinen tussen de Boeing Cabriolets
Over de zin en on zin van nieuwe materialen in de bouw


Waarom gaat het niet goed in de bouw, zo leidde Jan Brouwer de middag in. Hersenloze spierkracht, of krachteloze hersenen? Willen we eigenlijk wel dat gebouwen er uit gaan zien als machines en geen rekening meer houden met de historische waarde van de architectuur? Kunnen we in de bouw zo ver komen dat gebouwen worden gemaakt en dat er niet alleen gewerkt wordt aan de culturele context?

Dat hakt er gelijk flink in. Onrustig schuiven de originele Revoltstoeltjes over de vloer van de zaal in het laboratorium van Lucht- en Ruimtevaart. Bij de aanwezige pragmaten, creatieven en wetenschappers - zelden alle drie in een persoon vertegenwoordigd - wakkert de prille storm al een beetje in de brains. De stilte voor de storm werd een uurtje eerder met knetterende kracht de gigantische loods van het laboratorium ingereden. Hemels blauw metallic, ooit los in onderdelen in een Engelse loods gevonden en gelijk door Jouke Post en vriend KNO-arts gekocht: de Lotus Elan.

Het verhaal van de bolide begint met Chapman, een structural engineer die met auto's rommelde. Tegenwoordig, helaas overleden, wordt zijn graf door trotse Lotusbezitters altijd even als tijdens een bedevaart bezocht. De ontwikkeling van de diverse Lotussen wordt gekenmerkt door een herhaalde innovatieve slimheid om jaloers op te zijn. De lichtste, snelste, stabielste en meest aerodynamische sportwagen in een tijd dat in Amerika de dikste, logste, breedste en liefst gevleugelde auto's favoriet waren. De succesvolle Lotus Elan uit 1962 is trotse bezitter van een gigantisch stijf chassis gevouwen uit één staalplaat, onafhankelijke wielophanging en viel nog te verkopen ook. Kennis en inbreng van andere disciplines hebben bijgedragen tot die uiterst attractieve produkt. Het zal dan ook niemand verbazen dat ze in de zaal klaar zitten voor een proefritje.

Jan Jacobs van de Faculteit Industrieel Ontwerpen, vraagt zich in de volgende lezing af wat hij als industrieel ontwerper eigenlijk aan de bouwer moet vertellen. Hij begint dan ook vrolijk met de stelling dat materiaal niet interessant is voor de industrieel ontwerper en onderstreept dit met de actuele kunststof suikerpot op pootjes van Alessi, voorheen vervaardigd uit zink. In eerste instantie gaat het om sfeer, beeld en omgeving , pas later wordt het materiaal hierbij gezocht, aldus Jacobs. Voor sommige van de aanwezige industrieel ontwerpers hangt er onweer in de lucht. Dat industrieel ontwerpers kiezen voor de oplossing die past bij een probleem, alla dat is terecht, maar het is toch geenszins wet van Meden en Perzen dat de uitdaging van een nieuwe materiaaltoepassing niet al in het prille begin van een ontwikkeling interessant kan zijn? Met een aantal leuke trends en talloze 'hebbe'dia's geeft Jacobs ons nog een trend mee: als reactie op de huidige soberheid kom je weer terecht bij decadentie.

Dat is in ieder geval ander s voor de Lucht- en ruimtevaarders. De heer Vogelesang van de gelijknamige faculteit introduceert ons in de fascinerende opleiding. In het laboratorium worden ingenieurs opgeleid als scheppers van technische objecten met gebruik van wetenschappelijke kennis en methoden. Het laboratorium, boordevol met vliegtuigachtigen, vleugels, cockpitten en 'that what's left of it ' - de zogenoemde Boeing cabriolets - wordt er gezien als technisch wetenschappelijke werkvloer voor de industrie. De ontwerpgroep zit midden tussen de apparatuur waar gewerkt wordt tot en met het prototype. Een voornaam probleemgebied waar ze zich mee bezighouden is die van de lichtgewichtconstructies. Lichte metalen, vezelversterkte kunststoffen en vezel-metaal laminaten zijn hiervan de materialen van de toekomst. Er wordt naarstig gezocht naar nieuwe toepassingen van de materialen, voor meer dan 50% buiten vliegtuigbouw. Adriaan Beukers, ook van de Faculteit Lucht- en Ruimtevaart, vertelt wat meer over de composieten als vermoeiingsongevoelige materialen. Hij moest even zoeken naar de relatie nieuwe materialen en de bouw, maar wist deze te pareren met het in Afrika al jaren toegepaste vezelversterkte modder of leem in de hutten. Gewichtsbesparing in de bouw biedt wellicht ook de mogelijkheid om grotere overspanningen re realiseren. De woorden van Beukers geven je het gevoel dat bouwen al jaren veel te moeilijk wordt opgevat.

Na de rondleiding langs materialen, testen en imposante ontwikkelingen wordt in 5 groepen gebrainstormd - daar is die dan - over de zin en onzin van nieuwe materialen in de bouw. Filosoferend bedenken we dat het uitermate zinvol is om eens wat vaker bij elkaar re komen grasduinen. Er ligt immers zoveel zo dicht om de hoek. Daar hebben al de afdelingen, zó vlak bij elkaar gehuisvest in Delft, eigenlijk geen weet van. Geweldig ook om te zien hoe er gewerkt wordt in zo'n laboratorium. Hoe pril is de bouwtechnologie toch eigenlijk? Wellicht is de architect wel zijn macht verloren door de vervreemding van de diverse aanpalende vakgebieden die allen hun eigen ontwikkelingen hebben doorgemaakt en nu toch zeker weer voedingsbodem bieden voor meer innovatie in de bouw. Is de toepassing van nieuwe materialen niet in eerste instantie statusverhogend voor de architect of de bewoner? Of zitten we daar niet op te wachten en blijven we liever in traditionele huisjes wonen? We zijn er duidelijk nog niet uit en komen er graag op terug.

Anneke van Dijk

 

aankondiging van dze activiteit

Naam:
Email:
Titel:
Commentaar:
Capcha:
Booosting platform voor koplopers in bouwinnovatie | T 06-2211 4701 | E info@booosting.nl | W www.booosting.nl