Ontvang onze nieuwsbrief:

Technologie overdracht in de bouw - artikel van Jan Westra

01 maart 1995: Jan Westra's bijdrage in de special van Booosting nieuwsbrief #27 die geheel is gewijd aan Technologie overdracht in de bouw.


De reikwijdte van de technologie en de grenzen van de techniek om ook eens over na te denken……………….

Booosting kent onder haar aangeslotenen velen die hun bewondering voor de prestaties van het verleden niet onder stoelen of banken steken. De rubriek mOOOi bijvoorbeeld wordt regelmatig ingevuld met sprekende exemplaren van bouwkunst of liever van 'produceer-kunst'. De bewondering gaat meestal voorbij aan de omstandigheden waaronder het kunstwerk tot stand kwam. Zo is het vaak niet duidelijk welke opstelling van de ontwerper, welke stand van de techniek, of welke positie van de produktiekrachten de realisatie bevorderden dan wel in de weg stonden.

Pas veel later worden de gevolgen van de toegepaste techniek, de constructie en het materiaal duidelijk. Hoe kwetsbaar de ontwikkeling soms is kan met leren van kleine en grote catastrofes. De oliecrisis, het asbest, de aardbeving, de bereikbaarheid van grootschalige voorzieningen, de huisvesting van de minder draagkrachtigen; het zijn slechts lukraak een aantal onderwerpen die de feilbaarheid van de techniek tonen.

Relatieve begrippen

Er is tegenwoordig geen sprake van spectaculaire technische ontwikkelingen. Zo lijkt het tenminste. Het hoogste gebouw en de grootste overspanning zijn relatieve begrippen geworden. Het bouwproces als organisatie kan met computers worden gestuurd en geoptimaliseerd. De grenzen lijken bereikt. Het overwinnen van de technische beperkingen veroorzaakt beperkingen van een andere orde. Het milieu wordt bedreigd, de stijl is zoek!

Het is opvallend hoe in tegenstelling tot de hedendaagse verworvenheden de historische exemplaren worden geroemd vanwege het heroïsche technische concept. Het technisch concept overleeft de geschiedenis. De kunstmatige verhouding van tussen ontwerp en realisatie is onder het geweld van de maatschappelijke, economische en technische versnelling geforceerd. De differentiatie van taken en verantwoordelijkheden bij de voorbereiding leidde ongewild tot beroepsbeoefenaars die slechts een fragment van het proces kunnen verzorgen. Daardoor blijkt de eenheid tussen aanleiding en uitvoering te zin verbroken. De bouwmeester als bemiddelaar tussen de bouwheer en zijn verlangen, als bewaker van het technisch erfgoed dat spaarzaam werd doorgegeven, maar ook als conceptueel denker, rekenaar, maker en uitvoerder werd gevierendeeld. Het ambacht werd van de bouwplaats verdreven.

De produktie wordt gesegmenteerd en geconcentreerd. De eerste lijn verdwijnt gestaag van het veld naar de fabriek. Het technisch concept lijkt daarmee te worden bevroren. De betekenis van het bouwwerk wordt verbonden met culturele en historische referenties in plaats van met de verovering van het onmogelijke. Het is de berusting in de technische vooruitgang die het technisch concept reduceert tot toepassing van de beschikbare mogelijkheden.

De filosoof Jaques Ellul onderscheidt de moderne techniek van de traditionele techniek. Zijn zienswijze verheldert de status van de techniek in de tijd. Techniek werd vroeger als een noodzakelijk kwaad toegepast in bepaalde, beperkte domeinen, De technische middelen waren beperkt. Men was niet uit op de ontwikkeling van de techniek. Vervolgens werden de oude technieken verbeterd en verfijnd. De mens corrigeerde de relatieve achterstand van de techniek dankzij vakmanschap: het oog van de timmerman werd niet uitgeschakeld door een technische ontwikkeling, het werd eerder gekoesterd als bewaker van het ambacht. De moderne techniek daarentegen volgt uit de stand van zaken. De keuze wordt beperkt tot de beste mogelijkheid op dat moment, veelal omdat die [techniek wordt aangemerkt als methodisch beter. Gaandeweg wordt het niet technische element geëlimineerd. De technische oplossing van een vraagstuk leidt er toe dat men die oplossing blijft bewerken en verbeteren tot in de vervolmaking. De opeenvolging van kleine stapjes blijkt achteraf belangrijker dan de oorspronkelijke gedachte over de oplossing. De bijdragen die aan de omwikkeling worden gegeven kunnen niet langer word en betrokken op het totale resultaat. De auto levert een bijdrage aan de mobiliteit van mensen. Dat auto's ook kunnen worden ingezet om leisel toe te brengen is een ongewenst effect. De techniek kan op zich zelf goed zijn maar het misbruik ervan levert een verwarrend beeld op.

verstrengeling
De verstrengeling tussen vreedzame toepassing en bedreigende alternatieven is een technische noodzakelijkheid; zij is inherent aan het wezen van techniek. Een nieuwe techniek verstoort het bestaande evenwicht. Het herstel vergt een volgende techniek. De soorten technieken kennen hun eigen dynamiek, maar ook tussen de categorieën worden de relaties gevoeld: produktie, transport, organisatie. propaganda worden als strengen in dit proces aan elkaar geregen. Zij vormen uiteindelijk een geheel dat Ellul een technisch universum noemt.

Techniek is niet neutraal. De invloed van de techniek heeft gevolgen voor de sociale,
economische en politieke verhoudingen. Morele en spirituele waarden worden meegezogen in de ontwikkeling die wordt gedomineerd door technische desiderata. De automatisering van de broodbakkerij leidde na hygiënische problemen tot een gewijzigde samenstelling van het deeg, zodat de produktie zonder problemen verliep. Hierdoor werd en passant de smaak van het brood veranderd!

ongekende mogelijkheden
Daar waar de beweegredenen en de context van het ontslaan van het plan vervlogen zijn, kan het technisch concept nog steeds worden begrepen. Ome omgeving bestaat voor een groot gedeelte uit kunstprodukten. Het technisch instrumentarium dat achter de omzetting van natuurprodukten naar kunstprodukten schuilt, is meestal niet zichtbaar. Technologie is de grote onbekende met ongekende mogelijkheden. De invloed op onze samenleving is enorm. De vindingen, technieken en systemen die we accepteren en toepassen, verbeteren niet alleen de beoogde functie, maar maken deel uit van ons beslaan. Oorspronkelijke patronen en betekenissen verliezen hun waarde, nieuwe komen er voor in de plaats.

Onze relatie met de technologie kan op vier verschillende niveaus worden aangegeven.
1. Ontwikkeling/wetenschap - een voor specialisten toegankelijk veld van waaruit de basis wordt gelegd voor toepassing en produktie.
2. Toepassing/ontwerp - het terrein van uitvinders, ingenieurs en technici van waaruit het idee en het inzicht worden gegenereerd.
3. Gebruik/beheer - de verbetering van het menselijk functioneren door het gebruik van nieuwe faciliteiten, gereedschappen, communicatiewijzen, produktiemethoden, geneeswijzen etc.
4. Gevolg/oorzaak - de invloed van de technologische vooruitgang op de structuur, cultuur en het
milieu van de samenleving die vaak verder rijkt dan de verbeteringen die tot stand zijn gebracht.

Onze tijd getuigt van aanpassing en verfijning. De technologische vooruitgang wordt vooral weerspiegeld in consumentgerichte artikelen. Aandrijving, sturing en bediening worden steeds compacter en meer toegerust op de gebruiker. De werking is niet wezenlijk veranderd, maar de informatiestroom tussen opdracht en uitvoering is voorgeprogrammeerd. Wanneer prestatie en
produktie op elkaar worden afgestemd, wordt het produkt steeds goedkoper en zakt uiteindelijk in prijs onder de oorspronkelijke oplossing. Vergelijk bijvoorbeeld de elektrisch bedienbare ruiten in auto’s; vroeger een luxe, nu haast onontkoombaar. Het is spijtig te moeten constateren dat dergelijke ontwikkelingen in de bouw niet of nauwelijks voorkomen. Weliswaar worden de onhandigheden uit het bouwproces bestreden met een traag voortsluipende produktontwikkeling, maar een consument-vriendelijke benadering waarin de prestatie van het produkt wordt verfijnd, onder gelijkblijvende of dalende kosten, komt zelden voor.
De bouwsector is een technologievolgende bedrijfstak: de markt bepaalt wat gebouwd moet worden en in mindere mate welke technologie daarvoor nodig is. Het omgekeerde is bijna nooit het geval. Innovaties zijn onzichtbaar, ze bereiken via omwegen door toeleverende bedrijven of grote Research and Development instellingen de bouwsector en uiteindelijk de bouwplaats.

'homebase'
De jaren negentig hebben met betrekking tot de bouwproduktie een trend ingezet die kan worden samengevat als 'minder maar meer’: minder volume, maar meer variatie. De vrije tijd neemt toe, de scheiding tussen werken en wonen wordt met de komst van het thuiswerken verminderd; er is behoefte aan ruimte voor andere activiteiten als zitten, eten en slapen. Individualisering en professionalisering van gezinsleden houdt in dat aan de ene kant de gemiddelde gezinsgrootte sneller daalt en dat aan de andere kant de vraag naar andere, meer diverse gebruiksmogelijkheden toeneemt. Thuiswerk, education permanente en van inkomsten onafhankelijke activiteiten zullen deel gaan uitmaken van het gebruiksprofiel van de moderne woning. De woning wordt ‘homebase’ voor kennisoverdracht, arbeid en vrijetijdsbesteding. Het overgrote deel van de huidige voorraad woningen is er niet op ingericht veranderingen in het woonbehoefte patroon op te vangen. Dat is onder andere het gevolg van een te starre, verschraalde, ongenuanceerde planning en produktie. Dat maakt dat aanpassingen op beperkte schaal met grote moeite en door grote financiële inspanning kunnen worden gerealiseerd. Aanpasbaarheid en verandering zullen grote aandacht krijgen in een steeds meer op vragers georiënteerde markt.

Jan Westra


Dit artikel is verschenen in de special bij nieuwsbrief #27 - maart 1995 en geheel gewijd aan Technologie overdracht in de bouw en de Subsidieregeling branchecentra voor technologie.

Naam:
Email:
Titel:
Commentaar:
Capcha:
Booosting platform voor koplopers in bouwinnovatie | T 06-2211 4701 | E info@booosting.nl | W www.booosting.nl