Ontvang onze nieuwsbrief:

Verslag projectbezoek Teylers museum Haarlem

Ovale zaal Teylers Museum. 't 1e Nederlandse museum
Bouwtekening Ovale zaal  Kastjes met mineralen in de ovale zaal De Sterrenwacht (foto: K. Hageman) Stoommachine

11 december 1995: Het Teylers museum is een archetype van het museum als rariteitenkabinet, de ontspoorde fanate verzamelwoede. Achter de vorige-eeuwse pronkgevel liggen bijna plafondhoog de boeken, penningen, fossielen, schilderijen, natuurkundige proefopstellingen, zelfs een sterrenwacht. Een welhaast ideale omgeving om Booosting te ontvangen.


Teylers, het museum van De Verlichting en de verlichting


'Het Spaarne stroomt, het Spaarne stroomt voorbij' zingt Boudewijn de Groot, Haarlemmer, en dat doet het al ruim twee eeuwen langs het oudste museum van ons land.


Aangestaard door Lorentz, Van 't Hoff en Stevin werden spaarzame laatkomers in de Grote Gehoorzaal door de houten vloer vrolijk krakend nagewezen. 'Een gebouw heeft de kwaliteit van de opdrachtgever' sprak Henk van Laarhoven (Architectenbureau Henket en Booosting bestuurslid) in zijn inleiding. Dat het met de kwaliteit van deze opdrachtgever wel goed zat zouden we nog veelvuldig merken aan de gastvrijheid van Teylers, gepersonifieerd in Otto Brix. Henk van Laarhoven was omringd door attributen die nog het meest leken op een uit een medisch kabinet ontvreemde collectie protheses. Het bleken proefstukken uit Lignostone vervaardigd ten behoeve van de afsteuning van de glasgevel in de nieuwbouw. Eindelijk weer een echt 'nieuw' Booosting-materiaal: onder hoge druk en temperatuur geperst beukehout met behoud van het houtachtige uiterlijk en met verkregen staalachtige mechanische eigenschappen en bewerkingsmogelijkheden. Tot voor kort nog louter aangewend voor hockeysticks en turnringen, nu dus ook als 'loopkrukken' voor gevels. Hulde!

Perfect match

Otto Brix (lijfspreuk: 'Overleg kost geld') verhaalt over de ontstaansgeschiedenis van Teylers, die begint met de oude Teyler, Leendert Viervant en De Verlichting in 1780 en eindigt, voorlopig, met de uitbreiding en de verlichting door Hubert-Jan Henket. Het verhaal van Brix is doorspekt met nalatenschappen, genootschappen, het presidium, Neo-Classicisme, godgeleerdheid, kabinetten en Monumentenzorg. Brix noemt Henkets uitbreiding 'dichtbij de perfect match' komen: 'Het wil aansluiten bij de oudbouw en ze vertellen samen het verhaal.’ Na deze poëtische bespiegelingen toch ook banalere, maar hierdoor niet minder boeiende conclusies: 'De klassieke aanbesteding is niet het ideale scenario voor gebouwen als Teylers'. Dat hebben we vaker gehoord, maar zelden van een opdrachtgever.

Helaas begint de rondleiding door zowel oud- als nieuwbouw van het (daglicht-)museum pas tijdens de invallende schemering. Desalniettemin manifesteert het gebouw zich, nog duidelijker als op de dia’s, als een juxtapositie van gangen, trappen, zalen, kamers en paviljoens. Het museum is als een collectie, een rariteitenkabinet van museumstijlen, een bizarre maar prachtige optelling van pluriforme volumes. De nieuwbouw wordt bevoeld, beknepen, gewogen en becommentarieerd als een pasgeborene. Hij lijkt op zijn vader. Die geestelijk vader, Hubert-Jan Henket, verklaar het destijds winnende ontwerp. De creatie van een nieuwe as haaks op de bestaande, om visuele verbindingen te creëren met de sterrenwacht en de Bakkenessertoren en om de spilfunctie van de ovale zaal te versterken. De nieuwbouwzalen zijn compact met respect voor de broze buitenruimte, als drie vitrines in de tuin geplaatst. Tijdens de exposé over de behandeling van het daglicht en materiaalkeuze deden op hol geslagen diaprojectoren (het zal ook eens goed gaan met de techniek) nog pogingen de aandacht af te leiden, maar de aanhouder won: de architect dus.

'Ik Mick'
Mick Eekhout had de vooropgelegde titel van zijn lezing volledig genegeerd en vervangen door een praatje wat mijns inziens de titel 'Ik Mick' had moeten dragen. Eekhout was gefrustreerd: hij is het meer dan zat om als afbouwer, die bijna moleculaire toleranties hanteert, de ellende op te lossen van de ruwbouwers. Architecten zijn niet de echte kwaaie peren, het zijn de beperkingen opgelegd door verwerking op de bouwplaats. Hoewel Nederlandse architecten niet helemaal vrijuit gaan: I.M. Pei en Sir Norman F. die zeggen één keer precies wat ze willen en zeiken naderhand niet meer. Toverwoorden volgens Eekhout zijn flexibele industriële produktie en natuurlijk industrialisatie. Dit laatste is eigenlijk een lachertje en betekent in de bouw niet veel meer dan het verplaatsen van arbeid van bouwplaats naar de fabriek. Vergelijken met de auto-industrie durft Mick allang niet meer.

Tegenlezing
Louter masochisme, of zelfvertrouwen, moet ten grondslag hebben gelegen aan de uitnodiging aan Herman Kerkdijk de tegenlezing te verzorgen. Want wie stelt nu een architectuurcriticus in de gelegenheid om een nog maagdelijk gebouw, vers als jonge sla, genadeloos neer te sabelen. De kritiek zou mild blijken en weldoordacht. Kerkdijk had zich getooid met een Lignostone(?)-stropdas en citaten van Piano, Mies van der Rohe, Calvino en Kundera. Henket wil niet provoceren wals Piano met zijn Centre Pompidou, nee, deze uitbreiding is helder, gedistingeerd en luchtig. 'Het is de ambitie van het gebouw om licht te zijn', concludeerde Kerkdijk, ‘ondanks de materialiteit en de relatieve zwaarte', hoewel hij de these-antithese met de zwaarte van de oudbouw buiten geslaagder vindt dan in het interieur. Wordt ongetwijfeld vervolgd in Archis.

De slotdiscussie kenmerkte zich door een hoge hoogleraardichtheid en liet zich warempel niet opjagen door een in het vooruitzicht gestelde borrel. Toch zou de omloop boven de ronde entree nog eenmaal als een magneet de Booosters tot zich trekken om, na deze laatste proeve van Teylers' gastheerschap, de geachte aanwezigen vol verwondering huiswaarts te laten gaan. Laat het Spaarne nog heel lang voorbij stromen.

Maarten Willems
Hubert-Jan Henket bna architecten

 

 

materiaal Lignostone

ontwerp Bierman Henket Architecten

 

aankondiging projectbezoek Teylers in het nieuw

 

bron beeld teylersuniversum.nl

 

Naam:
Email:
Titel:
Commentaar:
Capcha:
Booosting platform voor koplopers in bouwinnovatie | T 06-2211 4701 | E info@booosting.nl | W www.booosting.nl