Ontvang onze nieuwsbrief:

Verslag van Nieuwjaarborrel 1997: Onder druk wordt alles vloeibaar

17 januari 1997: het zout-zoet waterpaviljoen is bijna klaar
Kas Oosterhuis (in het geel) Lars Spuybroek

17 januari 1997: Tot voor kort had bouwtechniek vooral te maken met mechanica, fysica en bouwmethodiek en niet zo zeer met informatieverwerking. De laatste decennia ziet men dat er onder invloed van communicatie en computertechnologie, op dit gebied enorme verschuivingen plaatsvinden: de invloed van domotica op de installaties, de robotisering van produktieprocessen, computer gegenereerde ontwerpprocessen.


Verslag van Nieuwjaarsborrel 1997: Onder druk wordt alles vloeibaar

Op vrijdag 17 januari werd met een bezoek aan het Waterpaviljoen van Oosterhuis Associates en NOX-architecten een blik geworpen achter de schermen van twee architecten die rechtstreeks via de computer ontwerpen. Na een korte introductie door de vicevoorzitter van Booosting, gaf Abe van de Werf namens de Stichting Delta Expo een korte uitleg over de ontstaansgeschiedenis en doelstelling van dit unieke project

 

Zoals bekend heeft Ashok Bhalotra van Kuiper Compagnons een masterplan voor geheel Neeltje Jans in opdracht van Delta Expo en het ministerie van Verkeer en Waterstaat ontwikkeld. Het waterpaviljoen vormt een belangrijk onderdeel van dit plan. Hiervoor moest een architect geselecteerd worden. Tijdens deze selectieprocedure kon men geen keuze maken tussen de laatste twee overgebleven architecten Kas Oosterhuis en Lars Spuybroek, waarop Ashok Bhalotra voorstelde de opgave thematisch op te splitsen in een zoet- en een zoutwatergedeelte en deze delen onder de twee architecten te verdelen.

 

In de opvatting van beide architecten zou het gebouw tot een vervloeiing moeten leidden van onze cartesiaanse perceptie die vooral in opposities als interieur en exterieur, vloer en wand, ruimte en geluid, informatie en materiaal, denkt. Deze vervloeiing zou moeten leidden tot een 'totaal ervaren' gelijk onze ervaring van ons lichaam. In de waarneming van de bezoekers is dit gebouw zowel ruimte als geluid, fysiek contact, geur, beweging en informatie. Vanuit dezelfde gedachte werkte de componist Victor Wentink aan een 'niet gecomponeerde' geluidsstructuur, waarbij het gehele gebouw als klankkast zou kunnen dienen.

 

Daarnaast werd na wat omwegen de interieurarchitect Rogier de la Rive Box van het buro BRS Premsela Vonk aan het werk gezet om de tentoonstelling 'vorm' te geven. De pragmatische wijze waarop hij en het ministerie van Verkeer en Waterstaat dit aquarellerend hebben ingevuld leidde nogal eens tot bittere klanken bij de digitaal werkende architecten en componist. Het lijkt er op dat burocratiserende krachten op het ministerie geen gevoel hebben voor de potentie die in dit gebouw zit. Als je een standaard tentoonstelling wilt hebben moet je niet een bijzonder gebouw laten ontwerpen en omgekeerd als je een bijzonder gebouw laat ontwerpen moet je niet met standaard kengetallen een tentoonstelling willen maken. Door deze formeel ambtelijke houding komt in dit waterpaviljoen het interieur tussen twee vuren te staan en moet de la Rive Box schipperen tussen vloeibare architectuur en verstarrende bureaucratie, ideaal en pragmatiek, en dat in een gebouw waar juist het oppositionele denken doorbroken zou kunnen worden. Ronduit zuur zou het voor Wentink worden als zijn geluidsstructuur niet wordt uitgevoerd (de laatste berichten zijn dat - ondermeer naar aanleiding van de Booosting bijeenkomst - de compositie toch gerealiseerd gaat worden).


In zijn voordracht maakte Kas Oosterhuis ons aanschouwelijk wat de mogelijkheden zijn bij het inschakelen van een computer in een ontwerpproces. Samen met Ilona Lénárd en Menno Rubbens heeft hij jaren geëxperimenteerd met een methode om een soort 'automatisch schrijven' direct om te zetten in 3D-modellen. In het geval van zijn zoutwaterpaviljoen is deze eerste schets ook rechtstreeks in 3D in de virtuele ruimte van de computer gemaakt. Daarna is dit model verder gemodificeerd en uitgewerkt tot het definitieve ontwerp klaar was. Het voordeel is nu dat er geen vertaalslag naar een maatvoering gemaakt hoeft te worden. Ieder detail in iedere doorsnede is exact 1:1 digitaal vast gelegd.

 

Lars Spuybroek van NOX-architecten ontwierp zijn paviljoen met behulp van morftechnieken. Met deze techniek laat men de computer tussenstadia berekenen tussen twee (soms willekeurig) gekozen beelden. Beide werkwijzen kennen hun voorbeelden in de beeldende kunst uit de jaren '60. De driedimensionale computer sculpturen van Rober Mallery uit 1968 en het via morfen verkregen ' Running Cola is Africa' van de Computer Technique Group Tokyo uit 1967 zijn inmiddels in de computerkunst klassiekers geworden. In de wereld van de architectuur staan we nog maar aan het begin en de bouwwereld is nog nauwelijks van de eerste schrik bekomen.


Gert van Kralingen van de Walcherse Bouwunie is de bouwer van het waterpaviljoen. Ondanks alle pogingen van Oosterhuis om elementen prefab te vervaardigen kwam van Kralingen uiteindelijk uit op de meest ambachtelijke bouwmethodiek. Een eerdere optie van Oosterhuis om het paviljoen op een scheepswerf te laten te vervaardigen strandde op een te hoge prijs. Nu de bouw bijna opgeleverd is komt de aannemer uit op het zelfde budget. Spuybroek van NOX-architecten heeft heel wat minder moeite met het traditionele bouwen. In de onvolkomenheden van sommige details ziet hij juist een extra expressie middel om de weerbarstigheid van het materiaal tot leven te brengen.


In mijn opvatting ligt in dit soort gebouwen een grote uitdaging om de huidige bouwtechniek op een hoger peil te brengen en zal je als architect, als je dit soort gebouwen wilt maken, andere technologieën moeten inzetten. In die context is het werk van Frei Otto op het gebied van pneumatische- en tentconstructies uit de jaren '60 met een grote vormovereenkomst met dit waterpaviljoen nog steeds heel relevant. In deze tijd zien we dat architecten als ondermeer Kaplicky, Foster en Takamatsu wel de technologische uitdaging aan gaan. Voor de eerlijkheid moet er dan wel bij gezegd worden dat zij een ander budget ter beschikking hadden en dat zij geen last hadden van een 'zeeuws meisje-syndroom'. Toch kan je hiermee niet verhullen dat de bouwwereld een enorme technologische achterstand heeft op bijvoorbeeld de meubel-, auto- of grafische-industrie waar men met volledig digitaal aangestuurde frasebanken de meest complexe produkten laat vervaardigen alsof ze uit margarine gesneden worden. Een plat rechthoekig vlak is in dit proces even simpel als het meest complexe dubbel gekromde oppervlak.


Onder hoge druk wordt alles vloeibaar. Dat kunnen we in de natuur zien, in muziek en in margarine. Laten we hopen de 'vloeibare' architectuur van dit waterpaviljoen de bouwwereld onder hoge druk brengt.

Eric Vreedenburgh
vice-voorzitter

 

Aankondiging Nieuwjaarsborrel 1997: Virtual reality in Zeeland

Naam:
Email:
Titel:
Commentaar:
Capcha:
Booosting platform voor koplopers in bouwinnovatie | T 06-2211 4701 | E info@booosting.nl | W www.booosting.nl