Ontvang onze nieuwsbrief:

10 jaar Booosting - Verslag Het Debat - Tentoonstellingen en Kennismarkt

Detail tentoonstelling 10 jaar Booosting produktontwikkelingen Detail tentoonstelling 10 jaar Booosting produktontwikkelingen Detail tentoonstelling 10 jaar Booosting produktontwikkelingen Detail tentoonstelling 10 jaar Booosting produktontwikkelingen

22 oktober 1998: Verslag van HET DEBAT Bouwen zonder bouwen: marktkansen voor IFD-bouwen. Op 17 november zou het dan zover zijn, volgens de vele aankondigingen zullen ‘doorgewinterde deskundigen’ alles vertellen wat industrieel flexibel demontabel bouwen inhoud. Tijdens de Booostingdag op 22 oktober kregen we een voorproefje.


Industrieel Flexibel Demontabel bouwen is geen Lego

Uiteraard begon het debat met het opsommen van de voordelen van IFD bouwen, zoals weersonafhankelijk bouwen, betere prijs/kwaliteit verhouding, minder bouwfouten, betere arbeidsomstandigheden, inspelen op wensen van de gebruiker enz. Kortom alle argumenten die we de afgelopen 30 jaar in vele verpakkingen hebben gekregen: dan weer onder de naam van prefab, dan weer onder de paraplu van flexibiliteit, systeembouw, open bouwen, duurzaam bouwen of aanpasbaar bouwen. Tot zo ver niets nieuws onder de zon, iedereen herkent deze winstpunten ten opzichte van de huidige bouwpraktijk en velen zullen nog een aantal andere voordelen hier aan toe kunnen voegen.

 

Echter de discussie bij Booosting ging eigenlijk niet over IFD-bouwen maar – zonder dat men het door had- over de vooroordelen met betrekking tot IFD-bouwen. Zo stelde Liesbeth van der Pol (architect) dat zij niets in IFD-bouwen zag, daar zij met haar architectuur vooral mensen wil ‘beroeren’ en dat zij haar vormgevende vermogens niet wil koppelen aan bouwtechnische kennis. Hiermee zegt ze dus eigenlijk dat industrieel vervaardigde architectuur emotioneel inferieur is aan ambachtelijk vervaardigde architectuur en dat het vormgeven los van onze technologie staat. Hoewel ik niet wil ontkennen dat ambachtelijk gemaakte architectuur de laatste vijf decennia inderdaad vaak ‘beroerd ‘ gemaakt is, gaat het mij vooral om de al te simplistische voorstelling van zaken met betrekking tot massaproductie, massacommunicatie, betekenis en techniek en de rol van de ontwerper daarin. Volgens de logica van Van der Pol zou er sinds het uitvinden van de boekdrukkunst geen literatuur en poëzie, die de mensen raakt, geschreven kunnen zijn.


Het vooroordeel dat aan de opmerking van Van der Pol kleeft is dat industrieel bouwen altijd geassocieerd wordt met seriematig vervaardigde monoculturen zoals we die van al die unit-bouwers kennen. Hierin wordt het hele ontwerp terug gebracht tot een technisch probleem waar een logistiek beheersbaar systeem voor bedacht wordt, dat functioneert zolang je maar niet te veel vragen stelt met betrekking tot ruimtelijkheid, variatie, situatie, identiteit enz. Natuurlijk kunnen we deze units stapelen en schakelen, echter ze bieden even veel speelruimte als indertijd de T-Ford uit 1908, die je in alle kleuren kon krijgen zolang je maar zwart bestelde. Het zijn waarschijnlijk dit soort associaties die Liesbeth van der Pol waarschijnlijk tot haar uitspraak brachten.

Vooroordelen voor de halve verstaander die ook nog eens gevoed worden door Lego-blokjes op de uitnodiging van ‘het praktijkcongres’ IFD-bouwen af te drukken. In die zin is het zorgwekkend dat we aan de vooravond staan van de 21e eeuw terwijl onze opvattingen ten aanzien van industrieel bouwen dateren uit de negentiende eeuw. Een gedateerd denken dat de nadruk legt op stabiliteit, orde, uniformiteit en evenwicht. In een wereld vol dynamiek, onvoorspelbaarheid en verscheidenheid kom je met deze aanpak van de maakbare wereld inderdaad tot autistische producten. In het boekje ‘Niets nieuws onder de zon en andere toevalligheden’ van Jaap Peters en Rob Wetzels spreekt men over McDonaldisering. Dat wil zeggen het streven naar efficiëntie, standaardisatie en controleerbaarheid, met andere woorden het elimineren van toeval en spontaniteit. En inderdaad deelt McDonald Lego-blokjes aan kinderen uit. Uit verschillende observaties weten we dat dit soort gesloten-systeem-denken slecht kan anticiperen op verandering, weinig relaties met de omgeving aangaan en alleen via dwang (spelregels) kan functioneren. Kortom, als men werkelijk industrieel flexibel en demontabel wil bouwen is Lego wel het slechtste voorbeeld wat men zou kunnen kiezen.


Gelukkig hoorden we ook andere geluiden op deze middag. Hans de Jonge vergeleek de omslag die we moeten maken van gesloten naar open systemen, met de transformatie van regiment naar mobile brigade. Ook bij Gijs Verweij, directievoorzitter van Wereldhave en opdrachtgever van Project XX, heeft het denken over de versnelling van verandering van huisvestingwensen in relatie tot ecologisch en economisch verantwoord bouwen tot een ingrijpende strategische verandering geleid. Het is jammer dat deze opvattingen van de Jonge en Verweij in het debat inhoudelijk nauwelijks aan de orde kwamen.
Ondanks het gemis aan een goede discussie kon op deze dag wel geconstateerd worden dat er in de gelederen van Booosting de afgelopen 10 jaar veel ontworpen en ontwikkeld is. Een greep uit de activiteiten levert de volgende roerende verzameling op: stekkerbare keukens en meterkasten, uitschuifbare ventilatie kokers en uitklapbare caravans, van zelfdragende glaskonstructies tot stof en as uiteenvallende kantoren, van flexibele bekistingsystemen tot virtuele betonelementen, het smalste aluminium glasprofiel en het dunste stalen schaaldak, van verlichte lavablokken tot systemen voor noodverlichting, van gaffelankers tot steelstudy houses, vloerverwarmingsystemen in de wand en glazenplaten op de vloer. Booosting kan dus niet praten, maar vult wel vele gaten…… en dat over heel de wereld van Budapest tot Buitenpost, van Abu Dhabi tot Kelpen-Oler en van Moskou tot Madurodam.


Veel deelnemers van deze Booostingdag zijn op 17 november op het congres over IFD-bouwen ook weer van de partij geweest, wellicht zou dan in een discussie een inhaalslag gehaald kunnen worden. In ieder geval hebben twee hoofdsponsors elkaar veel uit te leggen. Aan de ene kant zien we De Meeuw Bouwsystemen die vooral denkt in gesloten systemen vergelijkbaar met Lego en aan de andere kant staat Koninklijke Hoogovens die met het Star-frame principe een open product op de markt brengt waar je ruimtelijk heel flexibel mee om kan gaan en dat je ook moeiteloos met andere systemen en bouwcomponenten kan combineren. In hun beschrijving van ‘strategieontwikkeling door contextmanagement’ stellen Peters en Wetzels, in het eerder genoemde boekje, dat als in een organisatie de neuzen allemaal dezelfde kant op staan er sprake is van bloedarmoede en wellicht van disfunctioneren. Wat dat betreft is er binnen Booosting nog voldoende leven na dit druilerige debat.

Eric Vreedenburgh
Vice-voorzitter Booosting

Naam:
Email:
Titel:
Commentaar:
Capcha:
Booosting platform voor koplopers in bouwinnovatie | T 06-2211 4701 | E info@booosting.nl | W www.booosting.nl