Ontvang onze nieuwsbrief:

Verslag projectbezoek Van Nelle Ontwerpfabriek

Schiegebouw

10 september 2001: Verslag van het project bezoek aan de Van Nelle Ontwerpfabriek op 6 september 2001: Naar NEL


Over Nel


Het gebouw is bekend. Uit de trein naar Schiedam is het bij het kruisen vande Schie te zien. Links het kasteel van Sparta, rechts Nel. Er is bijna geen boek over Nederlandse architectuur of je komt het tegen. Het aroma komt je pas echter tegemoet bij het melden bij de portier. De gebogen hoofdbouwmassa, de transparantie, het theehuisen de transportcorridors prikkelen onmiddellijk het hele arsenaal zintuigen.


Waar eens door duizenden arbeiders met hulp van machines, koffie, thee en tabak werd verpakt, wordt nu de ontwerpfabriek gerealiseerd. Remco Overdam, projectmanager bij ‘Kondor Wessels Onterwpfabriek’ ontvangt zo’n dertig Booosters gastvrij in het tegenover de hoofdmassa gelegen Schiegebouw.
Nadat hij ons de historie achter de plannen, de financiering, het werkschema en de wijze van verhuren heeft toegelicht, toont hij oude filmbeelden van de totstandkoming van het gebouw en de opdrachtverstrekking aan Brinkman en zijn opvolger Van der Vlugt, een jonge architect die op basis van vertrouwen gelijk een zo grote opdracht voor zijn kiezen krijgt, het bezoek van Le Corbusier, die zich onder de indruk toont en zich zeer lovend uitlaat over het gebouw, over hoe Wiebinga het constructieve concept doordrukte op basis van dunne vloeren, over Mart Stam die bij het bureau werkte maar opstapte omdat hij het niet kon verkroppen dat het in zijn ogen verfoeilijke ronde theehuis op het dak, dat nu zo kenmerkend is, werd doorgedreven.

Wessel de Jonge toont zich enthousiast ontwerper. Hij legt uit hoe hij zich heeft verdiept in de historie. Hij praat over de overdaad aan historisch materiaal dat heel goed bewaard is gebleven, over de bedrijfsfilosofie van Van Nelle, waarbij men elitaire producten als koffie, thee en tabak naar een bredere markt wilde brengen, maar vooral over de vele slimmigheden ten aanzien van bevestigingssleuven, leidinggoten, ophangpunten voor hangplanten in de fabriek enzovoort. Dat laatste had samen met de programmatische keuzevoor licht en lucht te maken met de aandacht die het bedrijfvoor haar medewerkers had. En natuurlijk licht hij zijn ontwerp toe, waarbij hij veel respect toont voor het behoud van de sfeer, waarbij natuurlij de raamprofielen maar bijvoorbeeld ook de glaskeuze cruciaal was. Floatglas is uit den boze. De reflecties concurreren met de transparantheid van het gebouw en zouden bijvoorbeeld de paddestoelkolommen aan het zicht ontnomen hebben. Er blijkt ook uitgebreid gestudeerd te hebben op het treffen van de goede sfeer bij nacht.

Klaas Jan Nobel sluit aan door een toelichting te geven op de bouwfysica strategie, waarbij de binnengevel van groot belang was. In het tussen gebied isn aan een zijde de ontsluiting van de kantoorunits ondergebracht. Door de dubbele gevel wordt niet alleen het comfort verbeterd, zonder dat de zo gevelbepalende raamprofielen hoefden te worden gewijzigd, maar wordt ook energie bespaard en wordt en passant een akoestisch probleem (vlieg-, verkeer-, treinlawaai) opgelost.

Leon van Osch laat zien hoe ver Oskomera heeft meegedacht om de gewenste sfeer te kunnen treffen. Stad en land is afgezocht naar staalprofielen die in de buurt kwamen en met resultaat. Hij roemt de staat van onderhoud van de oude puien. Van Nelle toonde zich altijd zuinig op haar industrieel erfgoed, maar de dikke verflagen hebben ook het functioneren van de scharnieren beïnvloed. Daar moest veel huisvlijt aan te pas komen. Zo vertelt hij over een aantal in de kelder van nel gevonden oude puien waaruit nog onderdelen zijn gezaagd en hergebruikt. Ook de binnenpuien met industriële schuifdeuren, de zichtlijnen enz. worden uitgespeld. Tot slot laat hij nog een plaatje zien van het glaspaleis in Heerlen dat mooi aansluit bij het verhaal van Wessel de Jonge. Ook daar is de transparantie die in de vorige renovatie verloren is gegaan, in volle glorie hersteld. En ook daar pronken de paddestoelkolommen nu weer zichtbaar achter het glas.

Pierre Leijendeckers, hoogleraar installatietechniek aan de TU Eindhoven houdt een geïmproviseerde lezing. Hij vraagt zich af of je een oldtimer wel een nieuwe functie kunt geven. Hij geeft direct toe dat architectonisch ontwerpen zijnn vak niet is. hij toont zich voorstander van het minimaliseren van de installatie, maar een tegenstander van een installatieloos gebouw. Hij laat zich kritisch uit naar ontwerpers die vaak mooie pijlrijke schetsjes maken van natuurlijke luchtstromen, die in de praktijk nooit zo uitpakken. Hij maakt een parallel met Jomanda; je kunt de natuur niet herontwerpen, je moet die respecteren en aanvaarden zoals die is en binnen die kaders slim ontwerpen. Zijn indruk over de ontwerpfabriek is dat er nog steeds een overkill aan installaties is en dat de extra gevel vanuit comfortoverwegingen niet nodig is. In dat geval zou natuurlijk wel een andere oplossing voor het tegenhouden van verkeerslawaai gevonden moeten worden.

De discussie start met een vraag over de bouwhistorie en op dat onderwerp wordt voortgeborduurd. We kaarten en borrelen nog even na en waaieren vervolgens weer uit over het land.

Jos Lichtenberg
Directeur A+
Voorzitter Booosting

 

Aankondiging Naar NEL

Booosting nieuwsbrief #67

Naam:
Email:
Titel:
Commentaar:
Capcha:
Booosting platform voor koplopers in bouwinnovatie | T 06-2211 4701 | E info@booosting.nl | W www.booosting.nl