Ontvang onze nieuwsbrief:

Tegenlezing Bouwproduktontwikkeling: van model naar metafoor door Eric Vreedenburgh

Eric Vreedenburgh - archipel ontwerpers

07 april 1993: Tegenlezing van Eric Vreedenburgh tijdens de Booosting bijeenkomst bij Voorbij Prefab Beton Amsterdam


Tegenlezing Bouwproduktontwikkeling: van model naar metafoor door Eric Vreedenburgh


Laat ik met een bekentenis beginnen: als Booostinglid van het eerste uur ben ik een groot voorstander van industrieel geproduceerde gebouwen, maar Booostinglid of niet, zelden word ik vrolijk bij het zien van die industrieel geproduceerde bedrijfshallen, spiegelende kantoorgebouwen of seriematige woningbouw.
Voor een belangrijk deel is dit te wijten aan de stedebouwkundige (en ook de financiële) randvoorwaarden. Maar dit kan nooit een alibi zijn voor het concrete gebouw en de produkten die hier in toegepast zijn. Daar wil ik het vanavond over hebben: bouwproduktontwikkeling. Ik put hier uit een studie die ik recentelijk voor de Obom-werkgroep van de TU­ Delft heb afgerond: Bouwproduktontwikkeling, ontwikkelingen voorbij het produkt. Ik zal het gehele onderzoek nu niet bespreken daar komt binnenkort een congres over, waarvoor u alleen bij deze bent uitgenodigd. Ik zal me vanavond tot een klein onderdeel beperken. Het is het onderdeel waar die moeilijke titel vandaan komt: Bouwproduktontwikkeling, van model naar metafoor.

 

het doel van een bouwproces
In het algemeen kan men stellen dat de meeste innovaties gericht zijn op het verminderen en verbeteren van de factor arbeid op de bouwplaats. Er treedt daardoor een verschuiving op van arbeid op de bouwplaats naar toegevoegde arbeid in de fabrieksmatig vervaardigde produkten.
In tegenstelling tot processen in de natuur, is een bouwproces het produkt van de rationele geest. Als zodanig is zij doelgericht. Het bouwproces is een produktieproces. Het doel van een produktieproces is om met zo min mogelijk energie het doel, het produceren van een bepaald product, te bereiken. Om dit efficiënt te kunnen verrichten zal men het doel zo scherp mogelijk moeten omschrijven.
Ik zal proberen het doelgericht zijn van produktontwikkeling in een bredere context te plaatsen. In deze tijd waar door allerlei maatschappelijke processen het gebruik van gebouwen kan veranderen, is gebleken dat het moeilijk is het bouwerk in produktietermen, dat wil zeggen: in konkrete doelen, te formuleren.
Dit is het probleem van de na-oorlogse bouw. Het gebruik (het wonen) werd gereduceerd tot een aantal functionele eisen. Deze eisen werden daarna letterlijk geïnterpreteerd door de produktie. De woningen en bedrijfsgebouwen werden daarna, alsof het de produktie van bakstenen betrof, als enkelvoudige

produkten in serie geproduceerd
Van een interactiviteit tussen consument en produkt was geen sprake. Men kan stellen dat de woningbouw, die uit de modernistische traditie voortkwam, wel voldeed aan een functioneel programma van eisen, maar dat dit functionele programma van eisen niet de vragen beantwoordde die aan het wonen gesteld kunnen worden. Daarom is het zinvol om het begrip wonen nader uit te diepen, alvorens men een 'bouwprodukt­ of projectontwikkeling' start.

In een vorige lezing voor Booosting heb ik de ontwikkelingen van de magnetronoven geschetst. De conclusie uit dat verhaal was, dat de oven als consumentenprodukt pas een succes werd nadat er kooklessen werden gegeven. Dat verwacht men toch niet in eerste instantie van een bedrijf wat naam heeft gemaakt met patriottraketten. Wellicht is de tijd nu rijp om lessen in het wonen te geven aan de bouwwereld (er is altijd al een relatie geweest tussen het bereiden van eten en het wonen).

Hier moet ik even opmerken dat als ik het nu over het begrip wonen heb, ik niet alleen het 'wonen in woonhuizen' bedoel maar in het algemeen het wonen als hoofdactiviteit wat mensen op deze aarde doen, wij bewonen deze planeet en hebben daarvoor huizen, bruggen, kantoren, industrie, landbouwgrond enz. enz. nodig.


het wonen
In de voordracht (1953) "Bouwen Wonen Denken" stelt Martin Heidegger dat wonen de essentie is van het mens zijn en dat de eigenlijke betekenis van het bouwen, namelijk het laten wonen, in vergetelheid is geraakt. De oorspronkelijke betekenis van het woord bouwen 'buan' stond gelijk met wonen. Bouwen, buan, bhu, beo betekent het zelfde als 'ik ben, jij bent' en wil zeggen ‘ik woon, jij woont. De wijze waarop jij bent en ik ben, de manier waarop wij mensen op aarde zijn, is het buan, het wonen. Menszijn betekent: als sterveling op de aarde zijn, betekent: wonen"(18). Terwijl Vitruvius (2000 jaar terug) de woning omschreef als de plaats waar het vuur (hier komen de kooklessen om de hoek kijken) bewaard wordt, zien we in de loop der geschiedenis dat het begrip woning langzaam werd gereduceerd tot een aantal minimale functionele omschrijvingen. In de economische realiteit van de projectontwikkelaar werden deze minimale omschrijvingen tevens de maximale.

 

het inkaderen
Wellicht dat u dit heel theoretisch en ver gezocht vindt, maar ik heb het nog steeds over bouwproduktontwikkeling. Deze is gerelateerd aan een produktieproces en we hebben gezien dat dit door zijn doelstelling per definitie een inkadering met zich meeneemt. De wijze van inkadering is van groot belang als men een produktieproces wil opstarten. De omschrijving van het wonen in het bouwproces en de speelruimte die de inkadering biedt zal open genoeg moeten zijn, wil de 'woning' niet gaan vervreemden van het 'leven'. Men zal zich er bewust van moeten zijn dat men bepaalde aspecten van het wonen in een bouwproces uitsluit, alleen al door het feit daar men een proces op een bepaalde manier laat plaatsvinden.
Dit uitsluiten is niet specifiek voor het bouwproces, maar is symptomatisch voor onze kijk op deze wereld.

 

van model tot metafoor
Hier op aansluitend is het relevant om te wijzen op een interessante probleemverschuiving die in de wetenschap plaatsvindt. Waar de wetenschap vroeger gebruik maakte van 'modellen' spreekt men nu over 'metaforen'. Modellen worden in de natuurwetenschappen gebruikt om de werkelijkheid te simplificeren. Modellen verkrijgen hun helderheid doordat ze algemeen geldend en eenduidig moeten zijn. Het begrip metafoor kent een buiten-wetenschappelijke herkomst en is meestal ingebed in een maatschappelijk betoog. "De waarde van metaforen is gelegen in hun open karakter, in hun vermogen om steeds weer nieuwe, interessante betekenissen te genereren"(20). Een metafoor verkrijgt pas zijn betekenis door de context waarin het geplaatst wordt. Een metafoor is nooit eenduidig te interpreteren of te begrijpen. In de woorden van Ricoeur: een metafoor creeërt op het moment van haar ontstaan een netwerk van interacties die een bepaalde context tot de unieke en enig relevante context maakt.
Vanuit de traditie van de produktontwikkeling is men gewend om aan het wonen in termen van modellen te denken. Zoals eerder genoemd laat dit altijd iets onbeschreven wat juist zo essentieel is voor het wonen. De beschrijving van de woning als metafoor bidet meer levensruimte binnen de ratio van de muren. De woning als metafoor voor het wonen.
Wat een woning als woning precies betekent komt naar boven in haar dialoog met haar bewoners. Het zelfde geldt ook voor een kantoor. Haar betekenis krijgt gestalte in haar context, is multi-interpretabel en is niet in een definitie te vangen. Iedereen weet waar je over spreekt als je het over een woning hebt, alleen ieder vult dit beeld zelf in.

 

produktverzelfstandiging
In de eerder vermeldde studie die ik voor de TU Delft heb verricht worden de mogelijkheden van produktverzelfstandiging in de bouw onderzocht. Het ligt voor de hand om de woning als een produkt te beschouwen net als de vele andere consumentenprodukten. We spreken over produkten als deze als verzelfstandigde goederen c.q. entiteiten op de markt verschijnen. Er zijn verschillende voorbeelden van producenten die complete standaardhuizen op de markt brengen. Op kleine schaal is hier vraag naar, maar als strategie voor produktontwikkeling voor de woningbouw, is dit gedoemd tot mislukken.

 

kruispunten
De gebouw kan, zoals we hebben gezien, niet als een object beschouwd worden, maar is veel meer op te vatten als een kruispunt van verschillende activiteiten, een smeltpunt voor verschillende produkten en componenten en als een drager voor verschillende betekenissen. Dit kruispunt, dit gebouw is welliswaar gelokaliseerd en daarmee gematerialiseerd maar kan in de loop der tijd behoorlijk veranderen. Als interactief systeem reageert het op informatie.

 

Het maken van varianten
De vraag is nu hoe de industrie op deze veranderingen kan inspelen. Dit kan men de consumentgerichtheid noemen. Het maken van varianten binnen een gestroomlijnde produktie in dialoog met de gebruiker vormt vooral in deze tijd een grote uitdaging voor de bouwwereld. 
Consumentgericht bouwen houdt in dat men een grote variatie moet kunnen bieden, waardoor 'het bouwen' met een zekere souplesse op de grote verscheidenheid van wensen van de consument-eindgebruiker kan inspelen. Die variatie beperkt zich niet alleen op een bepaald moment maar zal ook in de loop der tijd veranderen. Hiervoor is een rationalisering van de bouwproduktie en het bouwproces noodzakelijk.

lean production
In dit consumentgericht zijn van de technologie speelt de factor tijd een belangrijke rol. Van de seriematige massaproduktie (opgezet volgens het principe van de Ford) is bekend dat het heel slecht kan reageren op temporele varianten. In de strijd tegen de tijd is het begrip 'mass production' vervangen door 'lean production' (slanke produktie dat wil zeggen kleinere series, in grote variëteit en 'just in time'). We vatten dit samen met serieproductie op maat. "De wereld van de serieproduktie op maat is een wereld van paradoxen met zeer praktische implicaties. Of we nu te maken hebben met een produkt, een dienst, een markt of een organisatie, elk wordt gelijktijdig gezien als een deel (aangepast aan de koper) en als een geheel (de massa). Er komen nu nieuwe technieken op gang die werken met de kleinste delen van de gehelen die ons interesseren".(28) aldus Stanley Davis in zijn boek De onvoltooide toekomst.

 

Japan als voorbeeld
In het Japanse produktiesysteem, dat in het teken staat van de serieproduktie op maat, speelt het begrip flexibiliteit de sleutelrol. Volgens het door MIT (Massachusetts Institute of Technology) gepubliceerde rapport "The machine that changed the world", is de Japanse autoindustie blijkbaar onoverwinnelijk door de flexibilisering van hun produktieproces. Tegen lagere financiële offers kan meer variatie (en dus kleinere series) aangeboden worden. ‘Een Japanse autofabriek heeft slechts zeventien manuur nodig om een auto in elkaar te zetten, een Europeese autofabriek heeft voor diezelfde auto gemiddeld 35 manuur nodig. Men gebruikt de helft van de fabrieksruimte en de helft van de investeringen in machines. Het ontwerpen van een nieuwe auto kost de Japanners 1,7 miljoen manuur in 46 maanden, terwijl de Europeanen en Amerikanen drie miljoen manuur nodig hebben in zestig maanden. Een Japans model kan daardoor elke vier tot vijf jaar vernieuwd worden, terwijl en Europees model acht jaar mee moet. Bovendien is elk model in veel meer varianten leverbaar'.(29)

Verschillende Japanse woningcorporaties zoals Sekisui passen de strategie van 'serieproduktie op maat' toe voor het produceren van woningen. De potentiële consument loopt een vestiging binnen en maakt zijn wensen kenbaar. Op basis van deze wensen wordt speciaal voor hem een ontwerp gemaakt en nadat men het over de prijs eens is gaat de bouwfase in werking. Dit alles (ontwerp, bestek, werktekening, financiering) kan binnen twee weken plaatsvinden.

In het geval van Sekisui is men niet meer gericht op een standaardwoning maar op de ontwikkeling van standaardcomponenten, waarmee men een grote diversiteit van woningen op de markt kan aanbieden. Dezelfde aanpak heb ik zelf voor de componentenwoning gebruikt.
Het beheersbaar maken van varianten

In het algemeen kunnen we stellen dat het beheersbaar maken van deze variatie (keuze) wijst in de richting van een verregaande verzelfstandiging van deelproducten. Het casco wordt opgedeeld in fundering, draagkonstruktie en huid (gevel, dak). Binnen de inbouw kan men over ruimtescheidende systemen en installaties praten. Door het ontkoppelen van deze elementen in het bouwwerk en het bouwproces, kan ieder product onafhankelijk van een ander produkt vervangen of veranderd worden. Door deze produktverzelfstandiging zal er een grotere variatie van deelprodukten, zowel in prijs en kwaliteit ontstaan. Het neutraal functionele produkt is hierbij verlaten. Er zal een arbeidsverschuiving ontstaan die zowel naar de toeleverende industrie als richting 'doe-het-zelf markt gaat. Door de projectonafhankelijkheid kan sneller ingespeeld worden op nieuwe ontwikkelingen, technieken en materiaaltoepassingen.

 

tot slot
Hiermee is nog lang niet alles gezegd. Bijvoorbeeld de Lean production heeft niet alleen te maken met een andere technologische benadering maar ook met een ander organisatorisch verhaal. Men zal ook rekening moeten houden met het feit dat de Japanse cultuur anders in elkaar zit dan de Europese of Amerikaanse cultuur. Bepaalde strategiëen kan men ook niet letterlijk vertalen. Maar het is wel een pleidooi om zaken anders aan te pakken. En natuurlijk, aan iedere verandering kleeft een risico, echter voor de bouwwereld wordt het pas een echt gevaar als zij geen risico meer aandurft.

aankondiging van deze activiteit






Naam:
Email:
Titel:
Commentaar:
Capcha:
Booosting platform voor koplopers in bouwinnovatie | T 06-2211 4701 | E info@booosting.nl | W www.booosting.nl