Ontvang onze nieuwsbrief:

Verslag van het projectbezoek aan La Fenêtre

01 juni 2005: Verslag van het bezoek aan La Fenêtre, IFD-appartementengebouw in Den Haag op 21 april 2005


Complexe bouwopgave leidt tot indrukwekkend IFD-gebouw

Als je het bouwpartijen nou heel moeilijk maakt, zodat er feitelijk een haast onmogelijke bouwopgave ontstaat, wat gebeurt er dan! Het gebouw La Fenêtre nabij het Centraal station in Den Haag toont aan dat als de grens wordt gezocht, er een dankbare voedingsbodem ontstaat voor nieuwe oplossingen en innovaties, simpelweg omdat de conventionele bouwmethoden en -systemen niet meer inzetbaar zijn. Maar dan ben je er uiteraard nog niet!

Architect Rudy Uytenhaak schetste de ontstaansgeschiedenis van La Fenêtre. De eerste aanzetten ontstonden in 1992 in een brainstorm om het gebied rond het station Den Haag CS te activeren. Al direct was in de plannen een plek voor een woongebouw bedacht achter de Koninklijke Bibliotheek. De uitbreiding van het Rijksarchief en de eisen van geluidsbelasting van de Rijksweg (Utrechtsebaan) leidden tot meerdere verplaatsingen van de bouwlocatie totdat deze werkelijk klem zat tussen bebouwing, secundaire wegen en het Schenkviaduct. In combinatie met een aansluiting op twee straatniveaus leidde dit tot een getrapt, uitkragend woongebouw met een stalen draagconstructie en Infra+vloeren, geplaatst op hoge, omgekeerde piramidevormige poten. Zo wordt alle appartementen een vrij uitzicht geboden.

Om een dergelijk vernieuwend gebouw te realiseren moeten architect en opdrachtgever elkaar kunnen vinden. Hans Nieuwendijk (helaas niet aanwezig) van ontwikkelaar Latei bleek hierin een essentiële rol te vervullen. “De bouwlocatie is klein, maar de bouw moest kunnen. We hangen het gebouw gewoon aan luchtballonnen op”.

Jan Meijer
van Oostingh Staalbouw gaf aan dat de combinatie van hoogbouw/ woongebouw en een stalen draagconstructie hier in Nederland voor het eerst is toegepast. Voldoen aan de geluidseisen kostte hem de meeste hoofdbrekens. Daarom zijn de Infra+vloeren tussen de appartementen ontkoppeld en alleen via een ‘zachte’ oplegging via de draagconstructie met elkaar verbonden.
Daarnaast was het constructieve rekenwerk om te kunnen zorgen dat de draagpoten daar konden staan waar Rudy dat bedacht had, een enorme kluif,
De bouwlocatie bood verder núl m2 extra ruimte voor de bouwplaats. Daarom werd al het materieel (zoveel mogelijk geprefabriceerd) direct geplaatst vanaf de speciaal op afroep beschikbare vrachtwagens.

Hans Olthaar
, die organisaties begeleidt in de planvorming van gebouwen, gaf aan dat flexibiliteit nooit een doel op zich is maar een middel. Flexibiliteit ziet hij als een kwaliteitseigenschap van een gebouw. Dit sloot aan bij de laatste spreker. Eric Vreedenburgh stelde de gekozen Infra+vloeren ter discussie. De flexibiliteit voor de ruimtelijke inrichting is mooi, maar wat heb je eraan als de uiteindelijke eigenaar van het gebouw (Vesteda) over de Infra+vloeren een afwerkvloer legt waar bovendien nog leidingen in zijn opgenomen. Geestelijk vader van de vloeren Jos Lichtenberg gaf tijdens de discussie aan dat de gebouweigenaar bang was voor illegale opslag in de holle vloeren.

Een situatie die kenmerkend is voor de soort problemen die je bij bouwinnovaties kan tegenkomen. Er dient heel wat gecommuniceerd te worden, om dergelijke angst voor een nieuw product op te lossen.

Harm Boomsma
Voorzitter Booosting

 

Klik hier voor de aankondiging van deze activiteit

Naam:
Email:
Titel:
Commentaar:
Capcha:
Booosting platform voor koplopers in bouwinnovatie | T 06-2211 4701 | E info@booosting.nl | W www.booosting.nl