Ontvang onze nieuwsbrief:

Het Experiment als Onbereikbaar Ideaal

Jan Westra

22 maart 1994: Introductie van voorzitter Jan Westra van de Booosting bijeenkomst bij de Nationale Woningraad


Het Experiment als Onbereikbaar Ideaal
Introductie van Jan Westra

Experimenten in de bouw zijn inherent aan het bouwen zelf. Steeds wanneer mensen hun bouwwerken oprichten wordt er geëxperimenteerd.
Luisterrijke voorbeelden, naast kleine stapjes, dankzij of ondanks de stand van de techniek.
Wanneer het goed gaat met de samenleving gaat wordt de bouwwijze bevroren.
De drang naar vernieuwing ontbreekt.
Wanneer de nood hoog is en de gevestigde verhoudingen zijn ontregeld, vindt elke suggestie die wijst in de richting van een oplossing een gewillig oor.
Voor de ontwikkelaar zijn barre tijden gouden tijden.
Illustere voorbeelden uit perioden waarin de maatschappelijke problemen als gevolg van oorlog of natuurramp moeten worden opgelost, laten zien dat onder druk het experiment wordt gewaardeerd. De voortrekkers zetten de koers uit en als het goed uitpakt wordt het produkt uiteindelijk gemeen goed.
De fabriek en het laboratorium zijn even belangrijk als de bouwplaats.

 

De jaren zestig begonnen met 'de mensen en de dragers' van Habraken, ze eindigden met veelbelovende prototypen en proefwoningen van industriële giganten zoals Shell, Fokker en DSM. De Fokker-woning speelt in de eeuwige discussie over industrialisatie en flexibiliteit een belangrijke rol als referentie. Bij uitstek zelfs: de vliegtuigbouwer op de woningmarkt.
Omdat het zo slecht ging met de vliegtuigen. Dus ik heb al gezegd 'binnenkort verschijnt Fokker op de woningmarkt'. Een sprookje dat weer waarwordt.

De woning en dan in het bijzonder de vrijstaande woning behoudt als produkt de interesse van beleidsbepalende, ontwerpende en uitvoerende partijen. Steeds weer zijn overheid, ontwerper en producent in een ménage à trois verwikkeld: een woning moet toch met voortschrijdende technieken en organisatie-structuren op een efficiënte wijze te realiseren zijn. The dream of the factory-madehouse.

Als er in de woningbouwsfeer iets wordt ontwikkeld heeft dat meestal betrekking op flexibiliteit en infrastructuur. De wens en de beperking, een eeuwige tweeling. Het is een bijzonder soort produktontwikkeling, omdat het produkt niet alleen als vervanging van het gebruikelijke dient, maar in uitwerking en na toepassing een vergaande invloed heeft op de produktie en de kwaliteit van het gebouwprodukt. De techniek lijkt in de meeste ontwikkelingen slechts een tijdelijk obstakel. Het concept en de acceptatie daar gaat het om.

Architecten verzamelen bouwprodukten uit catalogi en folders en proberen op gebruikelijke wijze de bouwprodukten in het bouwwerk te ordenen. Variatie ontstaat door de verschillen in afmeting en plaats. Zelden staat de oorsprong of de herkomst van het bouwprodukt ter discussie: ontwikkelen en maken komen in het vocabulair van de architect nauwelijks voor. Er zijn architecten die de melange zelf willen samenstellen. Het is interessant te zien hoe die categorie ontwerpers aan het aanbod van de toeleverende industrie kanontsnappen.

De weerbarstigheid van de bouwwijze is voor de produktontwerper aanleiding te vuur en te zwaard de onhandige bouwprodukten te bestrijden. Maar alras blijkt dat de gangbare bouwwijze zo gek nog niet is: beschikbaar, betrouwbaar en bekend. Een trouwe bondgenoot met anachronistische trekjes. Daar moet mee te werken zijn.

Bouwen is meer dan de daad alleen. Het is een maatschappelijk gebeuren dat door de authoriteit wordt gekeurd. Nieuwe produkten en bestaande spelregels. Dat is vragen om moeilijkheden. Welstand, brandweer, bouw­ en woningtoezicht, financier en opdrachtgever hebben meestal een iets andere kijk op het tafereel dan de initiatiefnemers. Hoe wordt het spel gespeeld en is de uitslag te voorspellen?
De industriële architect, de produktarchitect, de archineer, het zijn benamingen voor beroepsbeoefenaren die de begrenzingen van de bouwplaats willen doorbreken. Deze drang is afleesbaar in de produkten, die vanuit die opstelling worden gerealiseerd. Het invloed van de technische vernieuwing reikt verder dan het bouwen alleen. De toeleverende industrie volgt de bouwmarkt op de voet. Trends worden opgepikt en doorgezet. Het gezicht van de gebouwde wereld wordt voor een groot deel bepaald door de smaakmakende attributen van de toeleverende industrie. Architectuur is te koop als dressing. De toeleverende industrie heeft een groot gedeelte van het bouwwerk uit handen van de architect genomen. Het is het tijdperk van het stelkozijn.

Bouwproduktontwikkeling kan niet los gezien worden van een toekomst waarin omzichtig moet worden omgesprongen met de beschikbare middelen. Van overvloed is geen sprake. Nadrukkelijk worden we op de feiten van schaarste gedrukt. Tegelijkertijd worden we geconfronteerd met de overblijfselen van ons verleden. Het milieuaspect wordt een van de bepalende factoren van de jaren negentig. De bouwkundige dient te beseffen dat juist op het terrein van de milieubewuste innovatie en toelevering ten behoeve van de bouw de wetenschap bezig is zich een plaats op de onderzoek- en ontwikkelmarkt te veroveren.

De natuurkundige als produktontwerper.

 

aankondiging van deze activiteit

Naam:
Email:
Titel:
Commentaar:
Capcha:
Booosting platform voor koplopers in bouwinnovatie | T 06-2211 4701 | E info@booosting.nl | W www.booosting.nl